Veertien jaar geleden ontvluchtte Britt haar geboorteplaats, niets was meer hetzelfde na het overlijden van haar moeder. Zelfs haar jeugdliefde Robbie niet.
Nu heeft ze een carrière in Chicago en een druk, maar niet echt vervullend leven. Als haar zus haar belt met het nieuws dat haar vader een val van de ladder heeft gemaakt en twee botbreuken heeft opgelopen, keert ze terug naar Blue Harbor. Ze wilt het familiebedrijf in zijn afwezigheid draaiende houden, maar ze wist niet en niemand had het haar verteld, dat Robbie ook voor de fruitgaard van haar familie werkt.
Hoewel ze een verleden delen, zit er naar haar idee geen toekomst in hun relatie. Zij een leven buiten het dorp en hij genoeg aan zichzelf en zijn zesjarige dochtertje. Britt wilt maar een ding en dat is dat haar noodlijdende familiebedrijf een toekomst heeft, maar daarvoor moet ze samenwerken met Robbie. Kunnen ze hun verleden loslaten?
Olivia Miles heeft een fijne feelgood geschreven die van mij nog een paar honderd bladzijdes langer had mogen zijn om de echte groei van de personages zichtbaar te kunnen maken, want dat miste ik nu eigenlijk een beetje in het verhaal. Het is voortkabbelende feelgood, maar de echte diepere laag werd een beetje achterwege gelaten.
Britt vlucht na het overlijden van haar moeder uit het dorpje Blue Harbor waar ze is geboren, ze keert alleen terug op het moment dat haar vader haar nodig heeft. Bij terugkomst houdt ze het familiebedrijf draaiende en moet ze samen werken met haar ex-jeugdliefde Robbie. De band tussen hun is gelijk merkbaar en je merkt dat er veel tussen hun heeft gespeeld en vele gebeurtenissen hun een rugzakje hebben meegegeven, maar helaas wordt daar niet verder op in gegaan.
Het was een fijne feelgood voor tussendoor en ik ga de rest van de serie ook zeker lezen, maar ik had er een klein beetje meer van verwacht.